
De kleine Johannes
1. Primaire gegevens:
Titel: De kleine Johannes
Auteur: Frederik van Eden
Jaar van uitgave: 1887
Aantal bladzijden: 160 bladzijden
Genre: Psychologische roman, Sprookje
2. Inhoud/ samenvatting:
De kleine Johannes, een jongen met veel fantasie, vindt op een avond een bootje vlak bij zijn huis. Hij stapt in het bootje en valt in slaap. Johannes wordt gewekt door een elfje, Windekind, dat hem zo klein als een elfje maakt. Windekind neemt Johannes mee door de natuur en laat hem een prachtige fantasiewereld zien. Windekind vertelt Johannes bijvoorbeeld het verhaal van de jonge meikever. Als Johannes op een nacht Wistik ontmoet, raakt hij geobsedeerd door kennis. Wistik zegt dat hij afweet van een boekje met alle antwoorden en Johannes is daar erg in geïnteresseerd. Windekind vindt het niet leuk dat Johannes met Wistik omgaat en hij zorgt dat Johannes weer groot wordt.
Als Johannes weer groot is, ontmoet hij Robinetta. Hij wordt verliefd op haar en als hij haar vraagt naar het boek met alle antwoorden, toont zij hem de bijbel. Als Johannes daar niets van wil weten, stuurt Robinetta’s vader hem weg. Johannes vertrekt en komt dan Pluizer tegen. Die laat hem in de stad kennismaken met dokter Cijfer en Hein. Johannes ziet in de stad veel ellende en Pluizer neemt hem mee naar het kerkhof, tot in de graven. Pluizer laat Johannes zelfs diens eigen lichaam in een graf zien. Johannes is nog altijd op zoek naar het boek met de ware kennis, maar hij begint ook terug te verlangen naar zijn eigen vader.
Pluizer en dokter Cijfer nemen Johannes mee naar zijn vader, die op sterven ligt. Als Johannes’ vader is overleden wil Pluizer sectie uitvoeren op het lichaam, maar dat gaat Johannes te ver. Johannes wint van Pluizer en wil dan met Hein mee, maar die staat dat niet toe. Dan keert Windekind terug en Johannes wil weer met hem mee. Maar er verschijnt een man die Johannes verplicht te kiezen tussen Windekind en ‘Het grote licht’ of de mensheid met al zijn ellende en pijn. Johannes kiest voor de mensheid. De laatste zin luidt: ‘Wellicht vertel ik u eenmaal meer van de kleine Johannes, doch op een sprookje zal het dan niet meer gelijken.’
3. De verdieping;
3.1 Tijdsverloop:
Het verhaal is chronologisch verteld. Soms zijn er flash-backs waarin Johannes terugdenkt aan eerdere ervaringen. De vertelde tijd is twee jaar, met sprongen in de tijd en tijdsverdichting. De verteller vertelt het verhaal achteraf. Het speelt af in de negentiende eeuw, omdat er over industrialisatie gesproken wordt, en de vertelde tijd is ongeveer vijftien jaar (van het tiende tot het vijfentwintigste levensjaar van Johannes).
In totaal worden er vier verschillende fasen behandeld, namelijk het
1 Windekind-stadium : kinderlijke fantasie
2 Robinetta-stadium : de puberteit
3 Pluizer/Dr. Cijfer-stadium : de overgang naar de adolescentie, hierin overheerst de drang naar het rationalisme en materialisme.
4 Ongenoemde-stadium : de adolescentie, overwinning van fase 3, vanuit een sociale roeping kiezen voor de mensheid.
3.2 Ruimte:
Er zijn tegenstellingen van de ruimten: de natuur tegenover de stad. Het huis van Johannes staat in Haarlem bij de zee, in de duinen en bossen, hier is hij gelukkig (ook de tochten met Windekind zijn hier). Met Pluizer in de stad is hij ongelukkig, het stinkt, is groot, armoedig, druk en vol ziektes. Toch kiest hij uiteindelijk voor de stad.
3.3 Wijze van vertellen:
De schrijver gebruikt de situatie van de auctoriale verteller. Hij richt zich rechtstreeks tot de lezer en weet meer dan Johannes. De verteller beschrijft nauwkeurig de gevoelens van de hoofdpersoon en beschrijft andere personen door de ogen van Johannes.
3.4 Thema:
Het thema van dit boek is coming of age. Bij coming of age staat de ontwikkeling van een kind tot volwassenheid centraal. In dit verhaal wordt de geestelijke ontwikkeling van een kind naar volwassenheid op symbolische wijze geïllustreerd. Het kind wordt voortdurend beziggehouden door vragen (over zin van het leven, geluk/verdriet, leven/dood, en het waarom van alles). Het antwoord hierop leidt tot de essentie van het leven maar ook de dood. Uiteindelijk wil hij niet meer zoeken maar gaat een leven leiden in dienst van de mensheid.
3.5 Personages:
Johannes:
Johannes is fantasierijk en hij heeft liefde voor de natuur, ook stelt veel vragen over de zin van het leven. De andere karakters staan voor een element uit het leven, belangrijke invloed op Johannes, door hen komt hij meer te weten over het menselijk bestaan (besef van dood, seksualiteit, verantwoordelijkheid en het geweten).
Windekind:
Het is het symbool voor de kindertijd. Het is een elf en leert Johannes alles over de natuur en de planten- en dierentaal. Johannes raakt hierdoor vervreemd van de mensen à Windekind vindt mensen dom en milieuvervuilend, daarom probeert hij Johannes te overtuigen in flora en fauna te gaan leven.
Robinetta:
Zij vormt de puberteit, waar seksualiteit een rol gaat spelen. Ze is lang samen met Johannes, maar als hij begint over de zoektocht naar waarheid en ideeën over God komt er snel een einde aan hun band. Johannes wordt verliefd op haar.
Wistik:
Hij is voor het streven naar kennis. Hij zoekt samen met Johannes antwoorden op de vragen over het leven, geluk en dood. Antwoorden staan in het ‘ware boekje’. Ze vinden dit boekje nooit (antwoorden zijn niet te vinden op deze vragen?) en komen dus niet achter de levensvragen. Wistik krijgt het voor elkaar Windekind weg te houden bij Johannes.
Hein:
Hij symboliseert de dood, laat zien wat er met de mens gebeurt na diens dood. Pluizer brengt Johannes in contact met hem. Eerst is Johannes bang voor hem, maar later wil hij dat hij hem meeneemt om Windekind terug te vinden.
3.6 Titel, ondertitel en motto:
De titel heeft betrekking op de voornaamste persoon uit het boek; Johannes. Ook kan de titel slaan op het Johannes evangelie, omdat beide hetzelfde doel hebben, namelijk een betere wereld proberen te zoeken. “Kleine” kan slaan op het feit dat hij een kleine jongen is of op het feit dat Windekind hem klein gemaakt heeft.
Maak jouw eigen website met JouwWeb