Mystiek lichaam
1. Primaire gegevens:
Titel: Mystiek lichaam
Auteur: Frans Kellendonk
Jaar van uitgave: 1986
Aantal bladzijden: 202 bladzijden
Genre: Psychische roman/ Filosofische roman
2. Inhoud/ samenvatting:
Mystiek lichaam beschrijft het wel en wee van de familie Gijselhart over de periode van twee jaar. Het verhaal is opgeknipt in drie delen.
In het eerste deel "Valse lente" keert Magda terug in het huis van haar vader, de weduwnaar A.W. Gijselhart. Gijselhart is een man die geld als zijn religie heeft. Hij handelt in koper en oud ijzer, bezit huizen die hij tegen woekerprijzen verhuurt en belegt in aandelen. Gijselhart beschouwt Magda, wier koosnaam Prulletje is, als een zorgenkind. Magda is in zijn ogen een lelijke meid die zich telkens laat bedriegen door mannen. Magda, op haar beurt, schaamt zich voor haar sjacherende vader. Wanneer ze dineren in een chic restaurant handelt Gijselhart opzichtig met de eigenaar over een acculader die hij in de aanbieding heeft. Gijselhart heeft succes. In ruil voor de acculader mogen hij en zijn dochter op kosten van het huis eten. Terwijl Gijselhart grote hoeveelheden drank en eten wegbunkert, vertelt Magda over de man die ze heeft ontmoet en die ze vijfendertigduizend gulden heeft geleend. Gijselhart ontbrandt in woede. Buiten het restaurant glijdt hij uit en bezeert zich. Hij heeft een vermoeden dat behalve het geld dat Magda heeft verkwist, er nog een andere verrassing volgt.
Deel twee "De moederkerk" beschrijft het leven van Leendert Gijselhart. Net als zijn vader is Broer, zoals Leendert allegorisch wordt aangeduid in de roman, een handelaar. Zijn handel is geen oud ijzer maar schilderijen. Broer woont in Manhattan. Het gaat hem financieel voor de wind, hoewel hij risico's neemt door schilderijen als opties te verhandelen. Magda heeft hem een brief geschreven waarin ze vertelt dat ze zwanger is van Bruno Pechman. Ze bekent ook drie jaar eerder een abortus te hebben gehad. Broer is homoseksueel, een ontdekking die hij deed tijdens een mislukte orgie, waar ook Magda bij was. Met de jongen die hij toen ontmoette, verhuist hij naar New York. Na vijf jaar wordt de jongen ernstig ziek. Als hij na een zoveelste scheiding weer bij Broer op de stoep staat, drinkt Broer van zijn lymfe, ten bewijs dat hij niet gelooft dat de jongen sterft. De jongen sterft aan aids. Broer besluit terug te gaan naar Nederland.
In deel drie "De geschiedenis" woont Broer op de Doornenhof, bij Gijselhart en Magda. Magda is bevallen van een zoon. Ze noemt hem Victor. Gijselhart is opgetogen over zijn nieuwe rol als grootvader. Met de terugkeer van Broer is hij minder tevreden. Hij laat Broer op een zolderverdieping van de schuur wonen. Broer heeft de dodelijke ziekte, wat hem er niet van weerhoudt contact te zoeken met een tienerjongen uit de omgeving. Wanneer Magda aankondigt dat Bruno Pechman, de vader van haar kind, op bezoek komt, bereiden Broer en Gijselhart gezamenlijk de ontvangst voor. Ze wachten hem met een hagelbuks op. Met Magda als menselijk schild weet Bruno zich toch het huis binnen te dringen. Magda maakt haar vader en broer duidelijk dat ze met Bruno gaat trouwen. Bruno Pechman verschanst zich in de kamer van Magda tot op een dag Gijselhart naar binnensluipt. Hij praat met Pechman en sluit vrede met hem. Pechman bezoekt met zijn zoon zijn familie. Ten slotte vertrekt Magda met hem en Victor naar Zwitserland. Gijselhart en Broer blijven achter op de Doornenhof.
3. De verdieping;
3.1 Tijdsverloop:
Het speelt zich in de tijd af waarin het boek geschreven is, dit volgt uit het geval dat de zoon van Gijselhart. Hij is homoseksueel en komt hiervoor uit, maar het wordt niet echt volledig geaccepteerd. De vertelde tijd wordt niet duidelijk, maar er gaan wel een paar jaren over heen. Dit volgt uit het geval dat Magda eerst zwanger is en daarna is haar zoontje, Viktor, ineens anderhalf is.
3.2 Ruimte:
Vrijwel het volledige verhaal speelt zich af op de Doornenhof, het huis van A.W. Gijselhart en soms ook van Magda en Leendert.
Magda verlaat het huis wel eens om op zichzelf te wonen, maar daarvan komt ze altijd binnen korte tijd weer terug. Leendert is het grootste deel van het verhaal in New York en Manhatten, waar hij de kunsthandel bedrijft en er een homovriendje op nahoudt.
3.3 Wijze van vertellen:
Het boek is verdeeld in drie delen. In het eerste deel wordt vanuit Gijselhart gehandeld, het tweede deel is vanuit de optiek van Leendert en het derde deel vanuit iedereen. Toch staat er altijd wel een soort verteller boven het verhaal. Het lijkt erop dat er iemand is die alles weet, maar dat diegene maar een klein deel aan je vertelt.
3.4 Thema:
Kellendonk was een auteur die met zijn boeken bepaalde ideeën wilde uitdrukken. De ondertitel van de roman"Een geschiedenis" is ironisch. Mystiek lichaam heeft als hoofdthema de schepping als enig zingevend beginsel in een leven dat eindig is. De titel Mystiek lichaam is een verwijzing naar het lichaam van de christelijke geloofsgemeenschap
De roman snijdt onderwerpen aan als homoseksualiteit, dood, religie, familie en de ander. Mystiek lichaam is door sommige critici bestempeld als zedenschets, in die zin dat het in de personages van Gijselhart en Leendert een conservatieve ideologie weergeeft.
3.5 Personages:
A. W. Gijselhart: De naam duidt op het feit dat Gijselhart een gegijzeld hart heeft: hij is gevangene, een slaaf van zijn hebzucht en hij lijdt aan verzamelwoede. Gijselhart is een man van in de zestig, heeft twee kinderen, Magda en Leendert, en is sinds zijn vrouw in de nacht van twee op drie maart 1963 overleden is, weduwnaar.
Magda Gijselhart: Magda, door haar vader en ‘vriend’ Prul genoemd, is een vrouw van 30 en ze is lelijk. Ze kijkt scheel met haar rechteroog, doordat de bevalling nogal moeilijk verlopen was. Broer noemde het haar ‘Heilige Rita’-oog. “De wanorde der lelijkheid verveelt nooit” p44. Prul wil van alles, maar het komt nergens van. Ze kan eigenlijk niet buiten haar vader, ondanks dat ze hem haat. Ze krijgt van ‘Jood’ Bruno een zoon, Victor.
Leendert Gijselhart: Wanneer we hem voor het eerst zien is hij in de Verenigde Staten en probeert hij geld te verdienen aan kunsthandel. Maar hij kwam er al snel achter dat “smaak overbodig was geworden in de hemel der ideeën.” p70. Hij heeft de vrouw afgezworen en was op ‘seksuele ruimtevaart gegaan’. Op de bruiloft van Lilliane en Scotty in Brussel ontmoet hij zijn rijpere jongen door wie hij voltijds homo werd. Maar door de dood van die vriend gaat hij terug naar de Doornenhof, waar hij later, besmet met dezelfde ziekte, overlijdt.
3.6 Titel, ondertitel en motto:
Titel:
De titel van de roman verwijst naar het joodse denkbeeld van het verbond tussen god en de mensen, een gemeenschap van levenden en doden, die zich voortplant en zo op weg is in de tijd.
Motto:
Geen motto
4. Keuzeopdracht:
Het originele deel:
Het eerste uitstapje voerde tot twintig kilometer van het dorp, naar het internaat voor schipperskinderen waar Pechman tijdens de oorlog met zijn zuster ondergedoken had gezeten. Het liefst herinnerde hij zich de Esther van toen, die een jaar of tien, twaalf was geweest, en het allerliefste de “Essie” van de paar weken dat ze samen geelzucht hadden en apart gehouden werden van de andere kinderen. Ze moesten in bed blijven, hoewel ze zich kiplekker voelden. Ze kregen glazen karnemelk met een twee duim dikke bodem suiker. Borstplaat zelfs, midden in de oorlog. En het zaligst van al: tegenover elkaar hoefden ze niet de schijn op te houden dat ze uit De Lemmer kwamen en dat hun ouders op een schuit van honderd zesentwintig ton zand en grind vervoerden. “Ik heb me nooit zo vrij gevoeld als op dat ziekenkamertje,” zei hij. “Ik heb nooit meer zoveel plezier gehad. Samen anders is veel knusser dan hetzelfde als iedereen.”
Het bezoek aan het internaat was een triomf. Alle nonnen waren langsgekomen in de ontvangstkamer om het kind te bewonderen. Eerst de oude nonnen, die zich Pechman nog wisten te herinneren van veertig jaar geleden, daarna ook de jongere nonnen in korte rokken. Geen van allen wilden ze zich de kans laten ontgaan om een kindje vast te houden. Ze hadden Pechman thee geschonken en die was nog even zwart en bitter geweest als vroeger.
Het nieuwe deel:
Het eerste uitstapje bracht ons tot twintig kilometer van het dorp vandaan, naar de middelbare school waar tieners die zich niet thuis voelde in de maatschappij terecht konden, zoals Pechman. Hier had hij samen met zijn zus op gezeten toen hij nog klein was. Het liefst herinnert Pechman zich de jongen van toen, de jongen die hij leuk vond en het allerliefste de jongen van de paar weken dat ze samen Corona hadden en in isolatie werden gezet van de maatschappij. Ze moesten geïsoleerd in het ziekenhuis verblijven zodat ze anderen niet aan konden steken. Ze kregen medicijnen toegediend en er werden testen gedaan. En het fijnste van alles: ze hadden geen last meer van opmerkingen over hun geaardheid, ze konden zichzelf zijn zonder nare opmerkingen. “Ik heb me nog nooit zo vrij gevoeld als in die isolatiekamer,” zei hij. “ik heb nooit meer zoveel plezier gehad als toen met die jongen. Samen anders zijn en met elkaar kunnen zijn is fijner dan in de grote menigte anders zijn.”
Het bezoek aan de middelbare school was geweldig. Alle leraren waren langsgekomen in de aula om het geadopteerde kind te bewonderen. Eerst de oudere leraren die Pechman les hadden gegeven toen hij nog klein was, daarna de nieuwe leraren in hun visco outfit. Geen van allen wilden ze de kans wegslaan om een klein geadopteerd kindje vast te kunnen houden. Ze hadden Pechman een cappuccino ingeschonken met de melk nog net zo waardeloos als vroeger.
Maak jouw eigen website met JouwWeb