Het dwaallicht

1. Primaire gegevens:

Titel: Het dwaallicht

Auteur: Willem Elsschot

Jaar van uitgave: 1946

Aantal bladzijden: 78 bladzijden

Genre: Roman, Mysterie

2. Inhoud/ samenvatting:

Laarmans, de ik-figuur, is op een miezerige novemberavond van plan om naar huis te gaan. Dit is een uitzondering, want normaal gesproken gaat hij eerst nog in de kroeg zitten, in plaats van naar zijn vrouw en zes kinderen te gaan. Hij wil zijn leven beteren en koopt onderweg nog een krant. In de winkel ontmoet hij drie ‘zwartjes’ zoals hij ze noemt. Het blijken drie Afghanen te zijn, die hem vragen hoe ze de Kloostersraat 15 kunnen vinden. Dit adres staat op een stuk karton, met de naam ‘Maria van Dam’. Laarmans wijst ze de weg, in gebrekkig Engels. Als hij even later op de tram staat te wachten, ziet hij de drie Afghanen nog steeds zoeken. Hij denkt terug aan zijn tijd in Bombay, waar hij naar Fathma op zoek was. Hij kan het zich goed voorstellen hoe moeilijk het voor een vreemdeling is om de weg te vinden en besluit ze te helpen.

Als ze samen op weg naar Maria gaan, vraagt Laarmans aan de leider van de Afghanen, hij noemt hem Ali Khan, of de vrouw wel echt bestaat. Ali Khan vertelt hem dat zij de vrouw op het schip ontmoet hebben. Ze hadden haar alle drie een geschenk gegeven: zes doosjes sigaretten, een sjaaltje en een pot gember. Laarmans zegt dat ze voor Maria maar een bosje bloemen moeten kopen. Wanneer ze op het adres aankomen, blijkt hier geen Maria te wonen. Laarmans heeft de moed al opgegeven, maar de Afghanen vragen hem bij hen te blijven. De hemel is opgeklaard en volgens Ali brengen de sterren geluk. Laarmans gaat vervolgens naar de politie om het adres van Maria van Dam te vragen. De agent geeft hem twee adressen. Als hij weer buiten komt, blijkt alleen Ali nog bij hem te zijn. Ze speuren de andere twee op en vervolgen hun zoektocht naar Maria. Het eerste adres blijkt een kroeg te zijn, waar Maria niet bekend is. Ze bestellen water voor de Afghanen en een borrel voor Laarmans en raken in gesprek. Er ontstaat een discussie over het geloof: Laarmans moet het christendom tegenover de islam verdedigen en daar heeft hij moeite mee. Wanneer ze weg gaan, geeft Ali de bloemen aan een jonge vrouw. Laarmans besluit nu echt afscheid te nemen van zijn vrienden. Hij ontvangt als dank een doos sigaretten. Op de terugweg komt hij langs het tweede adres en hij moet zichzelf bedwingen om niet aan te bellen. Hij loopt door naar huis en verzucht dat hij niet over Maria en Fathma zal wanhopen, want ‘de wil des Heren is immers ondoorgrondelijk’.

3. De verdieping;

3.1 Tijdsverloop:

Het verhaal speelt zich af op een novemberavond in 1938. Dit valt op te maken uit de informatie die politieagent op het bureau verstrekt over de geboortedata van de verschillende Maria van Dams in de stad. Ook staat dat in de eerste regel van het verhaal. Het verhaal duurt 1 tot 2 dagen, de verteller loopt de hele avond / nacht met de 3 bemanningsleden mee. Het verhaal wordt chronologisch verteld en er zitten geen flashbacks in.

3.2 Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in een havenstad (Antwerpen) en de staten ervan.

3.3 Wijze van vertellen:

De hoofdpersoon (Laarmans) is de verteller. Hij brengt, in chronologische volgorde en in de eerste persoon, verslag van zijn tocht met de Afghanen op zoek naar Maria van Dam en becommentarieert dat ook van tijd tot tijd.

3.4 Thema:

Het boek heeft eigenlijk twee thema’s. Aan de ene kant is het zo dat, als je het vanuit de werkelijkheid bekijkt, het thema in dit boek de zoektocht is, in dit geval naar Maria. Het gaat over dingen die je tegen kunt komen als je naar iets op zoek bent. Omdat de Afghanen op een heel ander niveau als Laarmans zitten worden de hoge en lage waarden tegen over elkaar gezet. Voor de Afghanen is Maria een heilige, een ‘parel’, voor Laarmans is zij slecht een hoer. Hierdoor is hij geen goede gids. Ook de mislukte bekering speelt een rol in het verhaal. Laarmans wil voor het eerst sinds lange tijd weer direct naar huis, maar door de ontmoeting met de Afghanen laat hij dit idee weer los.
Aan de andere kant, als je alles symbolisch bekijkt, is het thema het Bijbelse verhaal. Je zou de drie Afghanen kunnen zien als de drie wijzen uit het Oosten, Maria van Damme als Maria de moeder van Jezus, de zoektocht is de tocht naar Bethlehem en het dwaallicht is de ster die ze de weg wijst. Het thema kan dus heel verschillend zijn door de manier van kijken en denken. Ook komt het verschil tussen christendom en islam tot uiting. Fathma is als Maria bij het christendom en hierover hebben zij ook gesprekken.

3.5 Personages:

Frans Laarmans:

Hij is de eigenlijke hoofdpersoon. Laarmans woont in Antwerpen, is getrouwd en heeft zes kinderen. Hij is niet gelukkig met zijn gezinsleven en heeft wel zin in een avontuurtje. Hij wil daar iets aan doen ('De weg die tot inkeer leidt'), maar stelt het uit. Dus heeft hij geen haast om na zijn dagelijkse koop van de avondkrant meteen naar huis te gaan. Tijdens het verhaal raakt laarmans steeds verder van zijn voornemen zijn leven te beteren af. Laarmans is christelijk opgevoed.

Ali Khan:

Dit is de naam die Laarmans geeft aan de Afghaan die hem een adres vraagt. Ali is de leider van een groep van drie Afghanen, waarvan er een getrouwd is. Ali is zelf niet getrouwd. De groep is zeeman op de Dehli Castle en komt uit een hooggebergte bij de grens van Turkistan. De Dehli Castle ligt afgemeerd in de Antwerpse haven. Ze zijn orthodox moslim.

Maria van Dam:

Zij is een indirect personage: ze komt zelf niet in het verhaal voor, alleen in de verhalen van de andere personages. Volgens de drie Afghanen heeft ze op de Dehli Castle zakken hersteld en daar een diepe indruk achtergelaten. Vooral haar vrolijke lach is hen bijgebleven. Maria heeft aan de drie haar adres op een stukje karton geschreven meegegeven. Voor de Afghaan is zij de geïdealiseerde vrouw, voor Laarmans is zij een hoer.

3.6 Titel, ondertitel en motto:

Maria van Dam is het dwaallicht, want niemand weet waar ze is. Laarmans en de "zwartjes" zoeken naar haar, maar ze vinden haar niet. Dwalen betekent ook zonder doel rondlopen en zij is het licht waarnaar zij zoeken

4. Keuzeopdracht:

Een krantenartikel bij het boek verzinnen)

Het dwaallicht is een goed geschreven boek, wel is het taalgebruik soms moeilijk te begrijpen. Dit komt natuurlijk ook doordat het boek al een tijdje geleden is geschreven. Het boek speelt zich af in November in het jaar 1938. In die tijd werden niet blanken mensen gezien als minder, het is daarom wel frappant dat de hoofdpersoon Laarmans drie niet blanken mensen gaat helpen. Zij worden in het boek ‘de zwartjes’ genoemd. Laarmans helpt de drie jongens omdat hij zelf al een keer hetzelfde had meegemaakt. De drie jongens zijn op zoek naar een meisje genaamd Maria van Dam.
Het is goed dat Willem Elsschot dit boek heeft geschreven in verband met hoe bepaalde bevolkingsgroepen in die tijd werden gezien. Zeker na de tweede wereldoorlog werden bepaalde bevolkingsgroepen als minderheden gezien. Met dit boek laat Willen Elsschot zien dat iedereen een normaal mens is en iedereen eigenlijk hetzelfde is. Hij laat zien dat niet alle mensen met een bepaalde afkomst slechte bedoelingen hebben. Dit laat hij zien doordat Laarmans eerst de drie jongens niet vertrouwde, maar na een tijd ging hij hen steeds meer vertrouwen en kon hij zichzelf ook in hen verplaatsen. Met dit fragment laat hij dus ook merken dat iedereen hetzelfde is en ook iedereen dezelfde behoeftes heeft. Hij wil dus aankaarten dat je niet mensen moet beoordelen door hun huidskleur of afkomst en iedereen een kans moet geven. Het is hem ook goed gelukt dit onder woorden te brengen in dit boek.

Maak jouw eigen website met JouwWeb