Max Havelaar

1. Primaire gegevens:

Titel: Max Havelaar

Auteur: Multatuli

Pseudoniem van: Eduard Douwes Dekker

Jaar van gelezen uitgave: 1983

Druk: Vijfde druk

Plaats van uitgave: Amsterdam

Uitgeverij: Querido’s Uitgeverij

Jaar van eerste druk: 1860

Aantal bladzijden: 252 bladzijden

2. Inhoud/ samenvatting:

Batavus Droogstoppel is koffiemakelaar. Hij is van plan om een boek te gaan schrijven over de koffiehandel als hij op een dag een oude schoolvriend ontmoet, Max Havelaar. Droogstoppel noemt Havelaar Sjaalman omdat hij nogal armoedig gekleed was en een sjaal droeg. Sjaalman vraagt hem of hij een pak manuscripten wil verwerken en uitgeven. Droogstoppel wil dit eigenlijk niet doen tot hij ontdekt dat ertussen de manuscripten ook stukken zitten die over de koffiehandel gaan. Hij laat deze stukken door een werknemer, de Duitser Ernest Stern, uitwerken. Deze maakt echter een verhaal over de ervaringen van Havelaar in Lebak in plaats van een studie over de koffiehandel.
Stern schrijft dat Havelaar ontdekt dat de regent zijn volk uitbuit door ze meer onbetaalde arbeid te laten verrichten dan is toegestaan. Hij is hier achter gekomen door gegevens uit het archief van zijn voorganger. De resident is op de hoogt van deze gegevens.
Droogstoppel onderbreekt Stern om ‘iets van meer solide aard’ toe te voegen. Hij geeft zijn commentaar op het verhaal over Lebak. Om meer inhoud te geven aan het boek, beschrijft hij een preek van dominee Wawelaar. Hij roept Stern bij zich als hij hem betrapt op het gebruik van poëzie en analyseert voor hem het gedicht dat hij opzei.
Stern schrijft weer verder en verteld over de belevenissen van Havelaar op Sumatra. Ook het verhaal van Saïdjah en Adinda wordt verteld. Hiermee wil worden de leefomstandigheden in Lebak omschreven.
Havelaar klaagt de regent aan bij de resident, Slijmering. Deze wordt echter omgekocht door de regent en hij vraagt aan Havelaar de klacht in te trekken. Havelaar weigert dat en wordt overgeplaatst. Als gevolg hiervan neemt hij zijn ontslag. Hij wacht op een reactie van de gouverneur-generaal, die krijgt hij niet.
Multatuli neemt nu zelf de pen op en stuurt Stern en Droogstoppel weg. Hij legt uit wat het doel was van zijn boek, namelijk ‘in de eerste plaats het aanzien geven aan iets dat als heilige poesaka (erfstuk) zal kunnen bewaard worden voor Max en zijn zusje, als hun ouders zullen zijn omgekomen van ellende’ en ‘in de tweede plaats: ik wil gelezen worden’.

3. De verdieping;

3.1 Tijdsverloop:

Het verhaal, verteld door Droogstoppel, speelt zich af in 1860 en is geschreven in de tegenwoordige tijd. Deze verhaallijn is grotendeels in chronologische volgorde verteld maar wordt af en toe onderbroken door een paar flashbacks waarin Droogstoppel gebeurtenissen beschrijft die al eerder hebben plaatsgevonden. De vertelde tijd is niet precies te bepalen maar deze is ongeveer een tot twee maanden. In deze tijd schrijft Stern zijn boek en wordt het verhaal over Max Havelaar op verschillende zondagen voorgelezen.
Het verhaal over Max Havelaar speelt in 1856 en is in de verleden tijd geschreven. Ook deze verhaallijn is grotendeels in chronologische volgorden beschreven. Ook hier zijn voorbeelden van flashbacks te vinden. Een daarvan is de terugblik van Max op zijn ambtenaarschap op Sumatra. De vertelde tijd beslaat hier de periode dat Max Havelaar op Lebak assistent-resident is.
In beide verhaallijnen wordt gebruikt gemaakt van tijdsverdichting. Zowel binnen het verhaal over Droogstoppel als over Max Havelaar wordt niet elke dag letterlijk beschreven. Soms wordt er binnen het verhaal een week overgeslagen omdat er geen belangrijke dingen gebeurd zijn.
Als je beide verhaallijnen combineert zou je de verhaallijn over Max Havelaar als een grote flashback kunnen zien. Het is de periode waarop Sjaalman (indirect via zijn pak) terugblikt en waarin hij als assistent-resident werkzaam was in Lebak.

3.2 Ruimte:

De eerste verhaallijn over Batavus Droogstoppel speelt zich af in Amsterdam. Dit is geen toeval. Multatuli heeft Amsterdam gekozen omdat deze stad een belangrijk handelscentrum was. Met het oog op de koffiehandel die in het boek een belangrijke rol speelt, is Amsterdam dus een goed gekozen decor. Droogstoppel vertelt meerdere malen dat hij woont aan de Lauriergracht No. 37. (staat voor burgerlijkheid) en in koffie handelt. Ook speelt een deel van deze verhaallijn zich af bij de familie Rosemeyer, die in suiker handelt. Hier wordt op zondag meerdere malen het boek dat door Stern geschreven wordt, voorgelezen. Tenslotte wordt in deze verhaallijn het bezoek van Droogstoppel aan het huis van Sjaalman beschreven.
De tweede verhaallijn, het boek van Stern, speelt zich volledig af in Lebak in Nederlands-Indië, grotendeels bij Max Havelaar thuis. Multatuli heeft waarschijnlijk voor Lebak gekozen omdat dit met het oog op de uitbuiting van de Javaanse bevolking het centrum van Nederlands-Indië was. In Lebak zaten namelijk zeer veel hoge bestuursambtenaren.
Multatuli zelf bevindt zich tijdens het schrijven op een zolderkamertje van een Brussels logement om ongestoord zijn verhaal te kunnen schrijven. Het commentaar dat hij levert staat logischer wijs vrij van enige ruimte.

3.3 Wijze van vertellen:

De eerste verhaallijn, waarin Droogstoppel aan het woord is, is geschreven in een alwetend ik-perspectief. Droogstoppel beschrijft het verhaal als situatie waarin hij zelf meespeelt en is alwetend omdat hij van alle personages de gedachten en gevoelens overziet. De eerste verhaallijn wordt afgewisseld door de verhaallijn waarin Stern als een alwetende verteller (auctoriale verteller) het verhaal van Max Havelaar als assistent-resident in Lebak beschrijft. Tenslotte neemt Multatuli het woord van Stern over als auctoriale verteller. Hij overziet de gedachten en gevoelens van alle personages in zijn boek en kent alle gebeurtenissen uit het verleden. Daardoor kan hij uiteindelijk zijn mening, de boodschap van het boek, naar voren brengen.

3.4 Thema:

Het thema van dit boek geeft aan welk doel de schrijver met het boek wil bereiken. Hij wil een einde maken aan de onderdrukking van de Javanen, door te laten zien hoe erg ze lijden. Het thema van dit boek is dus de strijd tegen onrecht. Multatuli beschrijft de situatie van de Javanen. Zij worden onderdrukt en uitgebuit. En dit allemaal omdat de mensen uit het westen daar komen en de hoofden van de inlanders onder de knie krijgen. Dit gaat dan zo ver dat de inlandse hoofden hun eigen volk gaan uitbuiten: Multatuli schrijft hierover. Hij protesteert en wilt er iets aan gaan doen, daarom heeft hij dit boek geschreven, maar het boek heeft niet zo goed uitgepakt als hij wilde. Mensen lazen het boek, vonden het mooi, maar niemand kwam in actie en Multatuli wilde juist iets bereiken met dit boek.

3.5 Personages:

Max Havelaar:
Max Havelaar is 35 jaar oud. Hij is een man van Nederlandse nationaliteit. Een citaat van zijn uiterlijk: “Hy was slank, en vlug in zin bewegingen. Buiten zyn korte en beweeglyke bovenlip, en zyn grote flauw-blauwe ogen die in kalme stemming iets dromerigs hadden, maar vuur schoten als een groot denkbeeld hem beheerste (…). Zyn blonde haren hingen sluik langs de slapen, (…)”. (blz. 75)
Havelaar is vooral gekenmerkt door zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Hij wil niemand onrecht aandoen en doet er alles aan om anderen te helpen. Andere karaktertrekjes van Havelaar zijn: hij is gevoelig, ijverig, intelligent, eerlijk, gevat, sociaal bewogen, revolutionair en idealistisch. Hij past niet in het toenmalige koloniale ambtenarencorps. Hij is overtuigd van de juistheid van zijn eigen opvattingen. Zijn belangrijkste opvatting is dat er aan niemand onrecht gedaan mag worden. Dit blijkt o.a. uit wat hij zegt tijdens zijn toespraak aan de hoofden van Lebak: “Ik verzoek u nogmaals my te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hy kan, vooral waar onrecht moet worden te keer gegaan” (p. 111).
In de loop van het verhaal verandert Havelaar. In chronologische volgorde veranderd hij van een avontuurlijke jongeman (Havelaar in zijn jonge jaren) naar een man die serieus is in zijn doen (Havelaar in Lebak).
De belangrijkste relaties van Havelaar zijn:
-Met zijn gezin.
-Met zijn collega's (Duclari en Verbrugge)
-Met de Regent (zijn 'vijand' in het boek)

De Regent:
De inlandse regent Karta Nata Negara is welwillend en beleefd, maar doet zijn eigen zin. Doordat hij veel schulden maakt buit hij het volk uit en laat hij hen herendiensten (arbeid zonder betaling) verrichten. Sommige inwoners van het weinig welvarende Lebak waren zo tot wanhoop gebracht, dat ze uitgeweken waren naar naburige gebieden en Zuid-Sumatra, waar ze zich bij de opstandelingen aansloten.

Batavus Droogstoppel:
Droogstoppel is makelaar in koffie te Amsterdam. Hij is een karikatuur van de egoïstische Hollandse koopman: huichelachtig, laf, ijdel en onbeschoft. Hij heeft twee kinderen, Frits en Marie; zijn bediende heet Bastiaans.
Droogstoppels rol in het boek is vooral om een contrast te vormen met Havelaar. Zijn opvatting is vooral dat iedereen eerlijk moet zijn. Hij kan absoluut niet tegen romans, omdat daarin toch alleen maar leugens worden verteld. Hij vindt o.a. dat de Javaan hard moet werken, want anders zal hij arm worden. Hij legt de schuld van de armoede van de Javaan dus vooral bij de Javaan zelf: ze werken niet hard genoeg. Hij gebruikt het geloof ook als excuus om de Javanen hard te laten werken.

3.6 Titel, ondertitel en motto:

Het motto:
Het grondmotief is gerechtigheid. Dit blijkt uit een onuitgegeven toneelspel dat in het begin van het boek wordt geschreven. Hierin wordt Lothario ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeelt hem tot de doodstraf door ophanging. De rechter is vastbesloten; zelfs als hij Barbertje in levenden lijve ziet blijft hij bij zijn besluit. Dit keer is de straf niet gebaseerd op moord, maar op eigenwaan.
Dit motto heeft veel met het boek te maken, personages in het motto zijn te vergelijken met personages uit het boek. In dit toneelspel wordt er iemand (Lothario) onrecht aangedaan. In het boek zijn het de inlanders in Nederlands-Indië. Ook is er een persoon met duidelijk veel macht in het toneelspel (de rechter). In het boek zijn dit de Nederlandse Staat en de Regent van Lebak.

4. Keuzeopdracht:

(Een fragment van het boek omzetten in de tijd van nu)

De originele tekst:

Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Niet of hij naar Batavia ging. Niet of hij in de Lampongs werd vermoord met Nederlandse bajonetten. Ik weet niet of zijn vader bezweek tengevolge van de rottingslagen die hem werden gegeven omdat hij Badoer had verlaten zonder pas. Ik weet niet of Adinda de manen telde door kerven in haar rijstblok ... Dit alles weet ik niet! Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda's waren en veel Saïdjahs, en dat, wat verdichtsel is in 't bijzonder, waarheid wordt in 't algemeen. Ik zei reeds dat ik de namen kan opgeven van personen die, zoals de ouders van Saïdjah en Adinda, door onderdrukking werden verdreven uit hun land. Het is mijn doel niet, in dit werk mededelingen te geven als voegen zouden voor een vierschaar die uitspraak te doen had over de wijze waarop 't Nederlands gezag in Indië wordt uitgeoefend, mededelingen die slechts kracht van bewijs zouden hebben voor wie het geduld had die met aandacht en belangstelling door te lezen, zoals niet verwacht kan worden van een publiek dat verstrooiing zoekt in zijn lectuur. Daarom heb ik, in plaats van dorre namen van personen en plaatsen, met de dagtekening erbij, in plaats van een afschrift der lijst van diefstallen en afpersingen, die voor me ligt, getracht een schets te geven van wat er kàn omgaan in de harten der arme lieden die men berooft van wat dienen moet tot onderhoud van hun leven, of zelfs: ik heb dit slechts laten gissen, vrezende mij te zeer te bedriegen in het tekenen der omtrekken van aandoeningen die ik nooit ondervond.

De tekst vertaald naar nu:

Ik weet niet of Saïdjah verlieft was op Adinda. Of dat hij naar Amsterdam ging. Of hij in de Schilderswijk door een aanslag vermoord werd. Ik weet niet of zijn vader neergestoken werd omdat hij wiet teelde. Ik weet niet of Adinda de dagen bijhield in haar telefoon … Dit weet ik allemaal niet! Maar ik ben slimmer dan dat alles. Ik weet dat er veel Adinda’s en Saïdjahs op tinder zitten, en dat niet alles op internet de waarheid is. Ik zei al vaker, dat ik veel namen kan opnoemen van personen die, net als de ouders van Saïdjah en Adinda, door de uitspraken van Geert Wilders worden verdreven uit het land. Het is niet mijn doel om op Instagram mededelingen te doen over de invloed van sociale media, mededelingen die niemand aan zouden aan, omdat iedereen de aandacht die ze krijgen hierop leuk vinden. Daarom heb ik, in plaats van net als iedereen neppe foto’s van henzelf op internet plaatsen, een echte foto geplaatst. Zo kan men zien hoe het echte leven eruit ziet, dat niet iedereen zoveel geld heeft, niet iedereen zo’n perfect leven heeft. Ik heb laten zien, hoe bepaalde groepen behandeld worden in Nederland, dat zij het zo slecht hebben maar niemand dat laat zien in hun perfecte Instagram foto’s. dit moet gezien worden, men moet zien hoe het er in het echte leven aan toe gaat en niet gevangen zitten in ‘het perfecte wereldje’.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb